Holocaustonderzoekers zijn vandaag de dag nog steeds veel tijd kwijt met het achterhalen van informatie uit de Tweede Wereldoorlog. Ook Herinneringscentrum Kamp Westerbork loopt daar dagelijks tegenaan. Ze ontvangen veel vragen, maar hun onderzoekers zijn vaak maanden bezig met het vinden van antwoorden.

Sinds het oorlogsarchief van het Rode Kruis is ondergebracht bij het Nationaal Archief, gehuisvest in Den Haag en Emmen, is het volgens onderzoekers moeilijker om bij die informatie te komen. Wat hierbij een rol speelt is onze privacywet, de AVG, en de strikte voorwaarden die het Nationaal Archief stelt aan de behandeling van onderzoeksvragen.

Onderzoeker Lion Tokkie wilde het leven van 12.500 Joodse mannen met hun families in werkkampen achterhalen. Voor zijn onderzoek heeft hij informatie uit het Rode Kruis archief nodig. Daarbij stuitte hij erop dat behalve gegevens van nog levende personen ook de gegevens van hun overleden naasten worden afgeschermd. Tokkie vindt dat principe zuiver en eerlijk, maar het blokkeert ook de toegang tot informatie.

Complex probleem

"De AVG stelt: iemand moet 100 jaar geleden geboren zijn of er moet een bewijs van overlijden zijn om toegang te krijgen tot de informatie. Maar in plaats van die informatie die ik niet mag zien te blurren, wordt alles afgeschermd. Stel je zoekt informatie over een overleden echtpaar en hun zoon leeft misschien nog wel. Dan kun je er alsnog niet bijkomen", zo legt Lion Tokkie uit.

"Maar in Nederland staan de belangrijkste gegevens niet openbaar en er is bijna niet bij te komen." - Lion Tokkie, holocaustonderzoeker

Het probleem is volgens hem complex: "Er zit een weeffout in onze privacywet want de Europese holocaustwetgeving is er niet in meegenomen. In de Europese wetgeving staat: holocaustarchieven zijn openbaar. Dat is zo geregeld bij het archief in Bad Arolsen in Duitsland en bij Yad Vashem in Jeruzalem. Maar in Nederland staan de belangrijkste gegevens niet openbaar en er is bijna niet bij te komen."

Het Rode Kruis archief bestaat uit verschillende deelcollecties waaronder de Joodse Raadcartotheek met informatie over nagenoeg alle Joodse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Ook bevat het archief persoonsdossiers van slachtoffers met soms hele specifieke informatie en foto's. Waar vele archieven van het Nationaal Archief gewoon toegankelijk zijn, heeft dit Rode Kruis archief een beperking op de openbaarheid.

Wachttijd loopt op

Het Nationaal Archief werkt volgens de Nederlandse privacywet. De zorgen over de toegankelijkheid zijn volgens het archief onterecht. Het archief maakt geen onderscheid tussen aanvragen en benadrukken dat iedereen aan de beurt komt. "We hebben allemaal met dezelfde wetgeving te maken," stelt het Nationaal Archief. "Net als andere archiefinstellingen volgen we die, we zijn dus niet strenger dan een ander."

Wel beaamt het Nationaal Archief een achterstand te hebben opgelopen in de behandeling van onderzoeksvragen die gaan over persoonsdossiers. De wachttijd is daardoor opgelopen tot enkele maanden. "Voor het archief werd overgedragen was er al een werkvoorraad van zo'n 600 onderzoeksvragen en dat is tijdens de bewerking van het archief opgelopen tot 1100 vragen." Tokkie heeft inmiddels zijn onderzoek moeten stoppen vanwege de beperkte toegankelijkheid van het Nationaal Archief.

"We kunnen een heel eind komen, maar daar kunnen we op dit moment niet bij", vertelt José Martin van het Herinneringscentrum.

"We kunnen een heel eind komen, maar daar kunnen we op dit moment niet bij." - José Martin, onderzoeker bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Onderzoekers mogen niet overal bij

Als instantie mag het Herinneringscentrum nog steeds gebruikmaken van de digitale Joodse Raadcartotheek zoals dat ook jarenlang bij het Rode Kruis gebeurde. Het Herinneringscentrum heeft die Joodse Raadkaarten ooit zelf in Hooghalen gedigitaliseerd.

Voor andere onderzoekers geldt dit echter niet. Zij proberen aan informatie te komen via een omweg en maken bijvoorbeeld gebruik van de Arolsen Archives in Duitsland, het archief dat voorkomt uit de International Tracing Service van de geallieerden.

Ook het Herinneringscentrum kan niet onbegrensd speuren in het Nationaal Archief. Dit merkt het Herinneringscentrum vooral problemen bij de persoonsdossiers. Als een nabestaande met een persoonlijke vraag binnenkomt loopt het onderzoek tot aan het Nationaal Archief. "We kunnen een heel eind komen, maar daar kunnen we op dit moment niet bij", vertelt José Martin van het Herinneringscentrum.

Aan oplossingen wordt gewerkt

Al in januari werden Tweede Kamervragen gesteld over de toegang tot en het gebruik van archieven van het Rode Kruis voor wetenschappelijk onderzoek. Volgens onderzoekers is de situatie sindsdien niet veranderd. Wel bekijkt het Rode Kruis of de Joodse Raadcartotheek op de goede plaats is ondergebracht.

Het Nationaal Archief zegt zelf aan oplossingen te werken. "We hebben zes mensen aangenomen die de achterstand gaan inlopen. We verwachten dat we in maart 2021 alle vragen hebben beantwoord."

Lees ook: Achterstanden bij Herinneringscentrum door verdubbeling onderzoeksvragen