Jenny Stern is vorige week op 93-jarige leeftijd overleden. Ze was de laatste overlevende van de Asser gemeenschap (kille) die in Kamp Westerbork zat. Gisteren is ze in bijzijn van familie gecremeerd.
Jenny Stern was de dochter van Aaron Stern die een kledingzaak in Assen had. In 1940 vluchtte ze naar het toen veilige Breda. In 1942 kwam ze terecht in Westerbork. Later dat jaar wordt de zaak van haar vader overgenomen door handlangers van de Duitsers en komt haar vader in het ziekenhuis te liggen.
Even later belandt haar moeder ook in het ziekenhuis. Op 2 oktober moeten alle Assense joden naar Westerbork om doorgevoerd te worden naar de kampen in het oosten. Haar vader en moeder mogen in eerste instantie in het ziekenhuis blijven, maar vier dagen later komen ze toch aan in Westerbork. Uiteindelijk worden vader en moeder, met het jongere zusje van Jenny, doorgestuurd naar vernietigingskamp Sobibor. Daar worden ze na drie dagen vermoord.
Boek
Jenny weet uiteindelijk met haar oudere zus te ontsnappen vanuit Westerbork. En ze overleeft, via acht onderduikadressen, uiteindelijk de oorlog. Haar oudere zus verhuist naar Groningen. Van de vijfhonderd joden keren er slechts 23 terug.
Jenny trouwt met een man met een Nederlandse naam, omdat ze er niet voor uit durfde te komen dat ze joods was. Ze krijgt twee kinderen, een zoon en een dochter. Zoon Niek van der Oord schreef in 2000 een boek over het leven van zijn moeder met de titel Het mankeert ons aan een goed adres. Haar dochter Winnie verhuisde naar Israël.
Bekijk hieronder Drents Diep uit 2000 over Jenny Stern.