Het natuurgebied Appelbergen nabij Glimmen ligt tussen de beekdalen van de Hunze en de Drentsche Aa in. In het voorjaar van 1943 heeft de Duitse bezetter hier tientallen slachtoffers van de April-meistaking begraven. Lange tijd verkeerden de nabestaanden in onzekerheid.
In 1916 kocht de Nederlandse staat het gebied om er een militair oefenterrein te vestigen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het gebied als oefenterrein.
Slachtoffers April-meistaking
Toen de Duitse bezetter op 29 april 1943 aankondigde dat alle Nederlandse militairen die in mei 1940 tegen de Duitse invallers hadden gevochten, zich opnieuw moesten melden om in Duitsland te werk gesteld te worden, brak uit protest in heel Nederland een staking uit.
De Duitsers grepen hard in en drukten de staking met veel geweld de kop in. Op 30 april werd de standrechtelijke executie ingevoerd, er kwam een verbod op samenscholing en werkweigering en de avondklok werd ingesteld. Landelijk kostte de staking 175 slachtoffers. In Drenthe werden 85 mensen opgepakt.
Lees ook: De April-meistaking van 1943
Oorlogsgraven
Van de slachtoffers in de noordelijke provincies zijn vierendertig stoffelijke overschotten op een onbekende plek begraven om zo de bevolking nog meer te intimideren. Na de bevrijding zijn op 30 november en 1 december 1945 negentien slachtoffers teruggevonden in Appelbergen, dankzij verklaringen van ooggetuigen.
Achttien van hen werden geïdentificeerd waaronder Berend Trip. Hij had op zaterdagavond 30 april 1943, aan de vooravond van de staking, een toespraak gehouden en opgeroepen het Wilhelmus te zingen. De volgende dag is hij standrechtelijk geëxecuteerd.
Lees ook: Een schoolmeester in het verzet in Nieuw-Buinen
De achttien slachtoffers werden in hun woonplaats herbegraven. Het negentiende slachtoffer werd herbegraven als onbekende. Voor de nabestaanden van de overige slachtoffers bleef het onduidelijk wat er met hun naasten gebeurd was.
Zoektocht naar slachtoffers
In 1949, tussen 1985 en 1993 en tussen 1996 en 2004 is geprobeerd om de vermiste slachtoffers te vinden, maar zonder succes. Het drassige en moeilijk toegankelijke gebied bemoeilijkte het onderzoek.
De Luchtmacht en de Technische Universiteit van Delft voerden in 1991 een bodemonderzoek uit met behulp van speciale apparatuur en een gevechtsvliegtuig maar zij konden geen sporen van graven ontdekken.
De Werkgroep Appelbergen werd in 1994 opgericht onder leiding van Truus Witte, wiens oom tot de slachtoffers behoorde. In samenwerking met Staatsbosbeheer - inmiddels eigenaar van het gebied - en de gemeente Haren, de Koninklijke Landmacht en andere organisaties en deskundigen is opnieuw een onderzoek gestart. Op basis van een gedetailleerde reconstructie van de gebeurtenissen in 1943 en 1945 lijkt het zeer waarschijnlijk dat de slachtoffers begraven zijn in het Grote Veen van de Appelbergen.
Toen in 2003 grote delen van het moeras werden drooggelegd was een vervolgonderzoek mogelijk. Maar ook toen zijn geen stoffelijke resten gevonden.
Monument ter nagedachtenis
Op 3 mei 2004 werd het Monument Slachtoffers Meistaking 1943 onthuld. Het monument bestaat uit een Drentse zwerfkei met daarop twee bronzen plaquettes. Op de linkerplaquette staan de namen van vijftien slachtoffers die zijn omgebracht tijdens de staking van 1943 met de toevoeging: 'Zij liggen in dit veenmoeras begraven maar zijn nooit gevonden'. Op de rechterplaquette staan de namen van negentien slachtoffers met de toevoeging: 'Bij deze plek zijn zij in 1945 teruggevonden en elders begraven'.