Het werk in het verzet noemde hij kwajongenswerk, maar toch deed hij het gewoon. In de Tweede Wereldoorlog hielp Meppeler verzetsstrijder Peter van den Hurk honderden neergeschoten Amerikaanse en Engelse piloten terug naar huis.
Van den Hurk gaat eind jaren dertig als twintigjarige knaap aan het werk in Meppel. Zodra de oorlog uitbreekt, komt hij al vrij snel in het verzet terecht. Hij houdt zich bezig met het terugbrengen van neergeschoten piloten.
Verraad
Zijn taak bij het verzet is risicovol. In 1944 verraad iemand hem en zijn vrouw. De Sicherheitsdienst arresteert hen en ze zitten vervolgens opgesloten in het politiebureau aan de Hagenstraat in Meppel.
Van den Hurk zorgt ervoor dat een briefje met een roep om hulp naar buiten komt. Ze komen op kerstavond 1944 vrij door een overval van de knokploeg van Oom Hein. Ze vluchten en duiken onder. Samen overleven ze de oorlog.
Onderscheiding
Voor zijn verzetswerk ontvangt Van den Hurk de prestigieuze Medal of Freedom uit Amerika. Hiervan zijn er zes uitgedeeld in Nederland.
Band met Meppel
Na de oorlog blijft de verzetsstrijder niet in Meppel wonen. Nadat zijn vrouw Mimi van den Hurk overlijdt, verhuist hij naar Cuijk in Noord-Brabant. Hij blijft Meppel bezoeken tijdens de dodenherdenking.
Op Tweede Kerstdag in 2014 is hij op 95-jarige leeftijd in Cuijk overleden.