Het is nauwelijks voor te stellen: maandenlang of zelfs jarenlang onderduiken in een huisje van nog geen vijftien vierkante meter. Onder de bedstee een benauwde ruimte om je te verstoppen voor de vijand. Met alleen Radio Oranje om nog een beetje contact te hebben met de buitenwereld.
Nog maar zo'n tachtig jaar geleden was dat de realiteit tijdens de Tweede Wereldoorlog. En vanaf vandaag kun je die realiteit van zo dichtbij mogelijk beleven in het nagebouwde huisje in het onderduikmuseum in Nieuwlande. Volgens voorzitter Jan Bontje was deze expositie al jaren een vurige wens.
Radio Oranje
"We hadden altijd te weinig ruimte om zoiets te bouwen", legt Bontje uit. "Maar recent hebben we extra ruimte kunnen kopen. Dat bood direct mogelijkheden."
Bovendien is er ook geen betere manier om de impact van onderduiken inzichtelijk te maken, vindt Bontje. "Voor heel veel mensen is het lastig om een beeld te vormen van de geschiedenis. Maar hier zie je hoe klein de ruimtes waren in zo'n huisje", gaat Bontje verder. "Als enige gezelschap Radio Oranje en je oma; niks meer en niks minder. Teruggebracht op jezelf met een hele boze buitenwereld om je heen."
Nieuwlande had een groot aandeel in de opvang van joodse en niet-joodse onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog en staat daarom bekend als 'onderduikersdorp'. Inwoners van het dorp kregen in 1985 een Yad Vashem-onderscheiding voor het collectief opvangen van onderduikers. Onlangs bracht schrijver Rutger Bregman een bezoek aan het museum. Hij schreef een boek over verzetsheld Arnold Douwes die actief was in de regio van Nieuwlande.
De geschiedenis die het museum vertelt, grijpt je aan, maar tegelijkertijd is het een plek van hoop, vindt Bontje. "Want alle mensen die in dit dorp hebben ondergedoken hebben het overleefd. In de meeste situaties is dat heel anders", verduidelijkt hij.
Nog meer plannen
Een aantal kinderen mocht vanmiddag als eerste het huisje bekijken, maar juist ook voor volwassenen is deze ervaring interessant. "Het roept veel herinneringen op bij oudere mensen", ziet Bontje. "Ze zien de pakjes sodazeep of de oude spulletjes van vroeger. Dus daar beleven ze minstens zoveel plezier aan als de kinderen", lacht Bontje.
De expositie is vanaf vandaag voor iedereen te bezoeken. Voor later in het jaar zijn er nog meer plannen, want ook het museumgebouw zelf wordt onder handen genomen. "We houden dit oude schoolgebouw van buiten in ere, maar aan de binnenkant moet het meer de allure krijgen van een museum."