Ferdi Wolthuis deed in oktober 2018 met zijn metaaldetector een opzienbarende vondst toen hij stuitte op de melkbus met het bevolkingsregister van Diever bij het oude onderduikershol in het Drents-Friese Wold. Onbedoeld vond hij een van de grootste buitgemaakte schatten van het Dieverse verzet in de Tweede Wereldoorlog.
Het onderduikershol in Diever had twee belangrijke functies: het verbergen van verzetsstrijders en het opvangen van geallieerde piloten die door het Duitse luchtafweergeschut neergeschoten waren. De aanleiding voor de aanleg van het hol was een neergestort vliegtuig in Drenthe. Een groep jongens uit Diever vond dat er in de buurt een opvanglocatie moest komen waar piloten voor de Duitsers verborgen konden worden.
Perfecte verstopplaats
De jongens die het hol bouwden, waren lid van de Gereformeerde Jongerenvereniging. Het dichte dennenbos van het Drents-Friese Wold was een perfecte plek om je schuil te houden. De jongens kozen een zandheuvel in de buurt van Berkenheuvel om het hol in te graven en met behulp van het stevige dennenhout hielden ze hun bouwwerk overeind. Ze noemden het hol De Wigwam. Een idee van één van de jongens, die erg hield van boeken met indianenverhalen.
Lees ook: Roelof Pot hielp onderduikers in Diever: Ik heb nooit angst gevoeld in die tijd
Het hol kreeg een slaapvertrek, een woonkamer en een keuken en werd een veilige thuishaven voor mensen die moesten onderduiken. Doordat de bezetters en collaborateurs geen weet hadden van het hol, kon het ook veilig gebruikt worden als opslagplaats voor gestolen goederen en achterovergedrukte documenten. Het verzet maakte blanco persoonsbewijzen (gebruikt om valse identiteiten aan te nemen) en distributiebonnen voor levensmiddelen buit.
Sleutelfiguur
Dat het bevolkingsregister van Diever juist op deze plek werd gevonden, is ook niet zo gek. Dat was de verdienste van verzetsambtenaar Thijs Drupsteen. Hij was een sleutelfiguur in het verzet van Diever, doordat hij als medewerker van de gemeente Diever toegang had tot de archieven. Daar lagen belangrijke documenten die van grote waarde zouden kunnen zijn voor de Duitsers. Met hulp van een handlanger en de burgemeester zorgde hij ervoor dat het bevolkingsregister van de gemeente uit de archieven verdween.
Tekst gaat verder onder de foto
Thijs Drupsteen kon als gemeenteambtenaar bij belangrijke documenten komen (foto: gemeente Diever)
De schat van Drupsteen
Een Nederlands bevolkingsregister biedt een schat aan informatie over mensen die in een bepaald gebied wonen. De Nederlandse registers stonden bekend als zeer betrouwbaar en gedetailleerd. Er valt in te lezen wie waar woont, wat de familiebanden zijn en ook kon erin staan of iemand een bepaalde geloofsovertuiging had.
Met het bevolkingsregister van Diever in de hand zouden de Duitsers gemakkelijk kunnen vinden waar jongemannen woonden die ingezet konden worden voor de Arbeidseinsatz: dwangarbeid met name ten behoeve van de oorlogsindustrie van het Derde Rijk. En, hoewel dat in Diever minder speelde, konden zo ook joden opgespoord worden.
Drupsteen had dus veel redenen om die schat te verbergen en begroef de documenten in melkbussen in de buurt van het onderduikershol. Daaronder was ook de melkbus die deze week werd gevonden door Ferdi Wolthuis. De Duitsers moesten zo opnieuw een bevolkingsregister laten opstellen, maar de burgemeester van Diever lag daarin bewust dwars. Er was gewoonweg geen ambtenaar beschikbaar om alles opnieuw op te tekenen, zo hield de burgemeester de Duitsers voor. Pas na de oorlog werden de melkbussen opgegraven. Behalve de ene dus.
Einde van het hol
Het onderduikershol heeft uiteindelijk een kleine twee jaar verborgen kunnen blijven. In 1943 werd het verzet in Diever steeds beter georganiseerd en er sloten zich meer en meer mensen aan bij de ondergrondse strijd tegen de Duitse bezetter. Dat verzet bleef niet onopgemerkt door leden van de NSB en zij riepen de hulp in van de Sicherheitsdienst, dat een kantoor in Assen had.
De Duitse veiligheidsdienst stuurde vijftien landwachters, de Bloedgroep Norg, die hun intrek namen in het Schultehuis in het dorp. De groep spoorde verzetsstrijders op door ze te martelen totdat ze doorsloegen.
Tekst gaat verder onder de foto
Bijna twee jaar lang was het onderduikershol de thuisbasis van het verzet in Diever (foto: RTVDrenthe/Robbert Oosting)
Het lot van de verzetsstrijders
Op die manier werd uiteindelijk in 1944 de locatie van het onderduikershol in Diever aan een mishandelde gevangene ontfutseld. Het hol werd aangevallen en alle aanwezigen werden meegenomen. Op de trein gingen ze, naar Westerbork en later naar Duitse kampen. Maar een van de gevangengenomen Dieverse verzetsstrijders keerde terug.
Thijs Drupsteen was ten tijde van de ontdekking van het onderduikershol al niet meer in leven. Hij sloot zich aan bij het verzet in Groningen en bracht de toen verboden krant Trouw rond. Terwijl hij de krant bezorgde, pakten de Duitsers hem op en brachten hem naar Vught. In 1944 werd Thijs Drupsteen in dat kamp gefusilleerd.
Dit verhaal is tot stand gekomen met hulp van Jan Tabak van de Historische Vereniging Diever en Egbert Brink van het Drents Archief.