In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden, zoals elders in Drenthe, alle nog in Coevorden wonende Joden opgepakt en naar doorgangskamp Westerbork afgevoerd. Vrijwel alle Joodse mannen waren toen al in werkkampen geplaatst. De meeste van hen zagen hun familie pas terug in het doorgangskamp.
'Nog 12 wilden onderduiken' en het verhaal van 1 onderduiker: Izak Kan
78 jaar later, op zondag 4 oktober, verschijnt dit boek: 'Nog 12 wilden onderduiken'. 'Het Joodse leven in Coevorden voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en het onderduikverhaal van Izak Kan.' Geschreven door Dr. Dirkje Mulder-Boers, en - postuum - door Izak Kan (Coevorden 1919-Israel 2005) op basis van zijn memoires.
Mulder-Boers legt allereerst de titel uit: "Op maandag 5 oktober zouden nog 12 mensen worden opgehaald en naar een onderduikadres gebracht, maar op 3 oktober zijn ze naar Westerbork vervoerd. Zij zijn allemaal vermoord.
"Izak Kan was een jongeman die hier in Coevorden geboren is, zijn ouders hadden hier een winkel." Izak, door intimi Isi genoemd, had er veel vrienden, en was hier eigenlijk heel erg gelukkig in Coevorden. Totdat de oorlog uitbrak. "Maar zelfs tijdens de oorlog hebben ze nog Poerim-feest gevierd, hier in de synagoge. Dus ze hebben toch geprobeerd om zo veel mogelijk hun leven intact te houden", aldus Mulder-Boers.
Tekst gaat verder onder de foto
Poerimfeest Coevorden eind jaren 20, Izak Kan in het midden verkleed als meisje (foto: Collectie Familie Izak Kan, Israël)
Ontsnapping en onderduik
"Isi moest met een groep van 18 Joodse mannen naar het werkkamp Linde en daar besloot hij samen met z'n vriend Herman Zilverberg en Jo Frank te ontsnappen. Zij dachten: als wij naar Westerbork worden gebracht, dan kunnen we niet meer weg. Die jongens zijn, met alles wat ze hadden achterlatend, dat was niet veel, onder het prikkeldraad doorgekropen, over een slootje gesprongen en toen gevlucht via de weilanden en het bos."
"Isi heeft het geluk gehad dat hij een onderduikplek kon vinden. In Overijssel, in Bergentheim. Op een gegeven moment hoort hij: 'Alle Jeuden uit Coevorden bennen oppakt'. En dan heeft hij eigenlijk maar één gedachte: 'Ik moet mijn ouders redden'. Hij springt op de fiets naar Zwinderen, waar zijn vriend Jo Frank zit ondergedoken. Hij wil samen een plan bedenken om hun ouders uit het kamp te halen. Dichtbij Coevorden kan hij de neiging bijna niet weerstaan door te fietsen naar de stad, maar hij weet dat dat gevaarlijk is, want daar kent iedereen hem. Dus fietst hij door." Mulder-Boers vervolgt: "Je ziet hem in gedachten door het land fietsen, bij nacht en ontij, bang dat iemand zal ontdekken dat hij Joods is. En hij heeft geen mogelijkheid gevonden om zijn ouders te redden. Dat moet verschrikkelijk geweest zijn. Vooral na de oorlog, toen hij er achter kwam dat ze binnen 10 dagen nadat ze uit Coevorden zijn weggevoerd, zijn vermoord."
Waarom zijn er zoveel Joden weggevoerd uit Coevorden?
"Isi was een jongen van begin 20. Hij heeft het overleefd. Hij heeft verschillende onderduikadressen gehad en beschrijft hoe moeilijk het was om die onderduikadressen te vinden. Mensen zeggen wel eens: waarom zijn er zoveel Joden weggevoerd uit Coevorden? Maar: er was in oktober 1942 nog geen georganiseerde onderduik! Mensen moesten zelf maar voor zorgen voor een plek. Ze wisten niet voor hoelang. Ze moesten geld hebben, want er moest wel eten op de plank komen, ze konden niet meer beschikken over voedselbonnen dus het moest ook nog op de zwarte markt worden gekocht en Hitler was toen nog op de winnende hand. Dus ze hadden geen flauw idee hoelang die oorlog nog duurde."
"Je leest dat hij bij mensen aanklopt, die hij kent als klant van zijn ouders, met de vraag of hij daar kan onderduiken. Sommige mensen zeggen: 'Isi, je kunt geld van ons krijgen, maar wij durven het niet aan, want straks pakken ze mijn hele gezin op'. Als je daar bij stilstaat kun je je ook pas goed indenken wat die mensen hebben doorgemaakt", verzucht Dirkje Mulder-Boer.
Tekst gaat verder onder de foto
Dirkje Mulder-Boers voor de synagoge aan de Kerkstraat in Coevorden (foto: RTV Drenthe/Sophie Timmer)
Hoe het boek er kwam: dankzij familie van Isie Kan uit Israël
"Toen wij in oktober 2017 opengingen als museum kregen we bezoek van een mevrouw uit Israël, de dochter van Isi Kan. Zij vond het zo fijn dat ze nu in de synagoge was waar haar vader als kind was geweest. Een maand later kwam haar broer over. Toen werd ons verteld dat hun vader het verhaal over zijn onderduik op papier had gezet. De kinderen hebben ons foto's en het verhaal toegestuurd."
"Nu weten we hoe het hier toeging, voor ons was het de aanleiding hier een boek over uit te geven. Want dit moet je delen met heel veel mensen. Er komen hier veel familieleden, ze worden liever geen nabestaanden genoemd. Gelukkig leven er nog heel veel mensen! Hitler heeft het niet voor elkaar gekregen", besluit Mulder-Boers.
Beluister hier het hele gesprek met Dirkje Mulder-Boers in het radioprogramma Drenthe Toen.