Het Joodse gebed klinkt vanavond tijdens de Dodenherdenking op voormalig Kamp Westerbork anders dan we gewend zijn. Na ruim 20 jaar spreekt niet Joop Waterman de kaddisj uit, maar Jik Nihom, zijn opvolger.
"Ik heb al een tijd geleden, toen mijn vrouw vorig jaar overleed, het besluit genomen dat ik met gastlessen bij scholen stop én met de kaddisj zeggen in Westerbork", vertelt rabbijn en kampoverlevende Waterman, die tegen de 80 jaar loopt. "Daar heb ik nu vrede mee."
Traditioneel onderdeel van herdenking
De kaddisj is een terugkerend onderdeel bij de herdenking van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen is het het laatste gebed voor de twee minuten stilte, het is binnen het Joodse geloof ook het gebed ter herdenking van een dode.
"Je hebt twee soorten gebeden", begint Waterman. "De kaddisj is een lofzang op God. Ik zeg altijd: het is het gebed van de doden, maar dat is officieel niet zo. Voorafgaand aan de kaddisj hoort men het Jiskor te zeggen, het gebed van de kampen en het gebed van de doden ineen."
Tekst gaat onder de foto
Joop Waterman bij monument De 102.000 stenen (foto:RTVDRenthe/Josien Feitsma)
'Ik heb verzuimd, moedwillig'
Wat bijna niemand wist, maar wat Waterman jaren geleden zelf besloten heeft, is dat hij het Jiskor verving voor een vers. "Ik heb verzuimd om dat voorafgaand te doen, moedwillig. Want het is heel moeilijk om dat te kunnen doen. Je moet ook kunnen zingen en dat kan ik niet. Ik heb geen stem meer."
Wat hoorden mensen dan wel? "Ik heb een gedicht voorgedragen. Dat is niet de vertaling van het Jiskor, het is gewoon een gedicht wat ik uit een boekje heb gehaald en wat ik heel toepasselijk vond. Dat heb ik al die jaren gedaan."
Geboorteplaats: Westerbork
Sinds 1998 sprak Waterman de woorden uit. Hij heeft een binding met de plek omdat hij geboren is in Kamp Westerbork. In de rest van zijn leven zal de Holocaust dan ook zijn sporen nalaten. Op zijn paspoort, rijbewijs, en overige identiteitspapieren, overal popt de naam Westerbork op.
Jik Nihom treedt in de voetsporten van Waterman. "Het voordragen bij zo'n gelegenheid van de kaddisj-jatom, de kaddisj voor de wezen, dat heb ik nooit eerder gedaan."
Sinds zijn pensioen, twee jaar geleden, zet Nihom zich in voor allerlei activiteiten die met het Jodendom te maken hebben. "Je denkt toch: dit moet ik doen. Je hebt toch de ballast van de eerste generatie die je alle eer verschuldigd bent."
Binding met Westerbork
Een directe betrokkenheid met Herinneringscentrum Kamp Westerbork dacht hij jarenlang niet te hebben. Nihom kwam pas dit jaar in aanraking met de organisatie. Toen Nihom zich er verder in verdiepte in Westerbork ontdekte hij dat zijn overgrootmoeder drie dagen in Kamp Westerbork zat voordat ze werd weggevoerd naar Sobibor en is vermoord.
"Het hele gezin waar één nicht uit is overgebleven, dat is mijn directe betrokkenheid met Westerbork. Er hebben zes Nihoms Westerbork gepasseerd op weg naar de dood."
Dubbele laag
De kaddisj is voornamelijk een lofzang voor God. Iets wat Nihom in deze situatie dubbel vindt. "Hoe dankbaar zijn we God na alles wat gebeurd is? Dat is de dubbele bodem."
Nihom noemt het daarom wel het jiskor. "Dat is echt het herinneringsgebed voor overledenen. Een hele letterlijke tekst waar de herinnering van de Holocaust in voorkomt. Daarin wordt ook een hele lijst van vernietingskampen opgesomd. Dat komt voor iedereen hard binnen, dan hoor je de hele rij passeren."
Waterman keert dit jaar nog wel terug naar de herdenking. "Ik blijf wel komen, het is mijn geboorteplek."