Frieda Brommet werd op 3 september 1944 met het laatste transport van Kamp Westerbork naar vernietigingskamp Auschwitz vervoerd. Ze was toen negentien jaar oud.
In juli 1944 werd Brommet samen met haar familie en de familie Frank in Amsterdam opgepakt en naar Kamp Westerbork gebracht.
'De goede rij'
Eenmaal aangekomen in Auschwitz, moesten ze vier rijen vormen: twee met mannen en twee met vrouwen. Frieda Brommet stond toevallig in de 'goede' rij. Ongeveer de helft van de mensen met wie ze in Auschwitz aankwam, werd meteen vergast.
Brommet moest dwangarbeid verrichten. Het was vreselijk zwaar werk. Ook werd ze vaak ziek. Ze kwam in de ziekenbarak te liggen, onder meer met de zusjes Margot en Anne Frank. De moeders van Frieda en de zusjes Frank gaven haar stiekem stukjes brood door een gat in de grond.
'Ik wilde nooit sterven'
Ze overleefde Auschwitz, net als haar moeder. Vader Jo overlijdt. "Ontelbare malen heb ik tegenover de dood gestaan. Maar ik wilde nooit sterven. Ik dacht: er is nog zoveel moois, anders had ik niet meer geleefd", zei Frieda Brommet later over die tijd.
Na de oorlog
Brommet trouwde na de oorlog met Herman Samuel Menco, die Auschwitz ook had overleefd. Samen kregen ze twee zoons. Brommet-Menco vertelde regelmatig over de oorlogsverschrikkingen zowel voor de camera als op scholen. Ze deelde haar verhaal ook met de Anne Frank Stichting en zei daarover: “Wat ik vandaag de dag nog kan doen, tegen onverschilligheid en tegen onrechtvaardigheid. Dat is voor mij de basis van alles.”
Levensverhaal
Op 22 februari 2019 overleed Frieda Menco-Brommet op 93-jarige leeftijd. In Frieda, verslag van een gelijmd leven heeft Ad van Liempt het levensverhaal van Frieda Menco-Brommet opgetekend. Het boek is een uitgave van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, in de serie Getuigen van Westerbork.
Lees ook: Zij overleefde de Holocaust: Eva Pellinkhof-Roselaar
Lees ook: Zij overleefde Sobibor: Selma Wijnberg