Iedereen die weleens bij Ziekenhuis Bethesda in Hoogeveen komt, kent vast het bronzen standbeeld van dokter Piet van de Velde. Het beeld is een ereteken voor zijn werk in het medisch verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van de Velde werd in maart 1945 geëxecuteerd.
"Het verzet in het ziekenhuis wordt altijd opgehangen aan dokter Van de Velde", zegt historicus Albert Metselaar. "Ik wil hem de eer zeker niet ontnemen, maar iedereen vergeet altijd die 135 andere mensen die meehielpen." Daarom overhandigde hij eerder deze week een boekje met daarin verhalen over het medisch verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het boekje worden ook alle namen genoemd van mensen in het Bethesda die meehielpen.
Zorg trok zich niets aan van naziregels
Een groot deel van het ziekenhuispersoneel verzette zich dus actief tegen de Duitse bezetter. "Je moet het zo zien", begint Metselaar. "Je kreeg domweg de opdracht om alle joden en onderduikers aan te geven. Je mocht mensen niet helpen, behalve als ze onder goedkeuring van de Duitsers vielen." Maar mensen in de zorg zijn getraind om iedereen te helpen. "Ongeacht politieke kleur, ras, geslacht, leeftijd of wat dan ook. De zorg trok zich daar niets van aan. Als onderduikers hulp nodig hadden, konden ze bij het Bethesda terecht."
Uniek is het niet dat in ziekenhuizen verzet wordt geboden. "Het gros van de Nederlandse zorgverleners had lak aan de Duitse maatregelen", zegt Metselaar. "Je zag bijvoorbeeld ook dat huisartsen vaak officieel ontslag namen, om niet aan de Duitse regels te hoeven voldoen. Maar dan bleven ze nog wel 'actief' als huisarts."
Verpleegsters in het vroegere Bethesda (Rechten: Archief)
Zelfs operaties
De hulp in oorlogstijd ging volgens Metselaar best ver. "Je kon altijd in het ziekenhuis terecht, tot operaties aan toe. Ook mensen uit het verzet met schotwonden konden altijd geopereerd worden", legt hij uit. Het was niet zo dat het ziekenhuis zelf onderduikplekken regelde voor mensen die daarom vroegen, wel werden ze doorverwezen. "Dat liep vooral via Tiny Zijlstra, de hoofdzuster van dat moment. Zij zat tot haar nek in de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers en had contacten met de knokploeg."
Het hele ziekenhuis moest meewerken, legt de historicus uit. "Iedereen, tot aan de mensen die de vloer schoonmaakten, moest willen zwijgen. Als je dat niet deed en het werd verder verteld, dan had je heel gauw de Sicherheitsdienst over de vloer."
Herinnering in ziekenhuis
Bij het ziekenhuis in Hoogeveen staat in ieder geval alleen een standbeeld voor dokter Van de Velde. "Als toentertijd niet een familie vond dat er een beeld voor pa moest komen, dan had een brede commissie er misschien naar gekeken. Dan had je gewoon gezegd: hoe kunnen we iets neerzetten waardoor iedereen - zonder mensen uit te sluiten - een plekje krijgt."
Volgens Metselaar kan dat nog steeds. "Met het ziekenhuis wordt nagedacht om intern iets te doen, waardoor iedereen in herinnering blijft." 135 standbeelden neerzetten is natuurlijk geen optie. "Je kan wel een mooie erelijst maken. Dat hebben we nu in een soort brochurevorm uitgegeven, maar het idee is om in het Bethesda dat ook te doen. Daar komen we vast nog wel op terug."
Wethouder Erwin Slomp, Albert Metselaar, burgemeester Karel Loohuis en ziekenhuispersoneel (foto: Kim Stellingwerf)