Jan Fonk maakte als 9-jarige jongen het zogeheten vergissingsbombardement op Roden van dichtbij mee.
Hij herinnert zich het bombardement in de nacht van 24 oktober 1941 nog als de dag van gisteren.
"Gelukkig liep het voor ons goed af. Wij hadden een bom achter het huis. Daar staat nu een kerkje." - Jan Fonk
Britse bommenwerpers waren onderweg naar het Duitse Emden. Een van hen vloog boven Roden, maar dacht al bij Emden te zijn en gooide de bommen. Fonk weet alleen nog dat er allemaal spullen in de gang naar beneden kwamen en dat de muren trilden.
Zevende bom gevonden
In totaal ontploften zes bommen, een zevende was zoek. Die is in 2016 gevonden onder de Albertsbaan. "Toen was dat nog een moestuin en niet voor publiek bedoeld. De grond was heel zacht. Waar de bom viel, was een heel klein slootje. De bom viel daar precies in, meteen een paar meter diep."
Bom intact?
Fonk herinnert zich nog dat hij daar de volgende dag ging kijken. "Niemand zei toen dat we daar weg moesten blijven", vertelt hij. "De meeste bommen, zoals op het gemeentehuis, lagen in een bepaalde lijn. Deze had alleen geen krater. In latere jaren kwam het idee dat de bom misschien nog wel intact zou zijn. Door onderzoek van Tjerk Karsijns en mijn overleden broer Wim bleek dat het klopt."
Overwinning
Voor Fonk voelt de vondst van de bom toch een beetje als erkenning voor het werk van zijn broer. "Zij hebben er een boek over geschreven, maar men deed er toch een beetje laconiek over. Het is een compliment, ook voor Tjerk, dat ze gelijk hebben gekregen. Het is een overwinning dat de jongens toch gelijk hebben."